Bel 101 voor dringende politiehulp | Politie nodig, niet dringend? Bel 011 27 95 79

dringend 101
niet dringend 011 27 95 79

mrt 2020 Op pad met de elektrische fiets: wat moet je weten?

Met de komst van de elektrische variant wint de fiets de laatste jaren steeds meer aan populariteit. Waar hij in het begin voornamelijk geliefd was bij de oudere fietsers, die dankzij de elektrische motor een steuntje in de rug kregen bij hun fietstochtje, kiezen intussen ook vaker jonge mensen voor een elektrisch exemplaar. Dat komt onder andere omdat de fiets steeds vaker het vervoersmiddel bij uitstek is om naar het werk te pendelen. Zeker als je weet dat zowat de helft van de Belgische werknemers op fietsbare afstand van zijn of haar werkplaats woont, kan een elektrische fiets een mooi alternatief zijn.

Toch zijn niet alle elektrische fietsen gelijk voor de wet en zijn er een aantal verplichtingen en voorwaarden waar je rekening mee moet houden bij het gebruik of de aankoop van je elektrische stalen ros. Het is namelijk belangrijk dat je een type kiest dat het beste aansluit op jouw behoeften. Lees daarom hieronder alles wat je moet weten over de elektrische fiets en de plaats die hij inneemt in het verkeer.

Drie soorten
In de wegcode art 2.15.1 wordt een rijwiel omschreven als ‘elk voertuig met twee of meer wielen, dat wordt voortbewogen door middel van pedalen of van handgrepen door één of meer van de gebruikers en niet met een motor is uitgerust, zoals een fiets, een driewieler, of een vierwieler’. De bevestiging van een elektrische hulpmotor aan dit rijwiel, met een continu vermogen van max. 0,25Kw en waarbij de trapondersteuning bij een snelheid van 25 km/u onderbroken wordt, brengt hier geen verandering in.

Echter, met de komst van snellere modellen, kon een herziening van de bestaande reglementering niet uitblijven. De nieuwe reglementen zijn sinds 1 oktober 2016 van kracht en verdelen de elektrische fietsen in 3 klassen: rijwiel, gemotoriseerd rijwiel en speed pedelec.

1. De gewone elektrische fiets, officieel ‘rijwiel met elektrische hulpmotor’    

  • De gewone elektrische fiets beschikt over trapondersteuning waarbij de motor, met een vermogen tot 250 W, alleen werkt als je zelf trapt.
  • De motor schakelt zichzelf uit zodra je sneller dan 25 km/u gaat. Sneller fietsen kan, maar alleen op eigen kracht.
  • Iedereen mag met een elektrische fiets rijden, je hebt er geen rijbewijs voor nodig.
  • Het is de meest gebruikte soort elektrische fiets en hij valt volledig onder de fietswetgeving.

2. Het gemotoriseerd rijwiel   

  • Beschikt over trapondersteuning waarbij de motor, met een vermogen tot 1000 W, zelfstandig kan werken of alleen werkt als je zelf trapt.
  • De motor schakelt zichzelf uit zodra je sneller dan 25 km/u gaat. Sneller fietsen kan, maar alleen op eigen kracht.
  • De gemotoriseerde fiets heeft een hoger vermogen zodat grotere lasten vervoerd kunnen worden; denk bijvoorbeeld aan de e-bakfietsen.
  • Hij valt ook volledig onder de fietswetgeving, maar is wel enkel toegelaten vanaf 16 jaar. Een rijbewijs heb je evenwel niet nodig.

3. Speed Pedelec   

  • De motor van een speed pedelec mag een vermogen hebben tot 4000 W. Hoewel het hoofddoel van de speed pedelec het bieden van trapondersteuning is, mag hij ook ondersteuning blijven geven als je zelf niet trapt.
  • Omdat je, door zelf mee te trappen, snelheden tot 45 km/u kan halen, valt de speed pedelec - in tegenstelling tot de twee voorgaande soorten - niet in de categorie rijwielen maar in die van de bromfietsen.
  • Om die reden moet je beschikken over een bromfietsbewijs of een autorijbewijs B. Het voertuig moet ingeschreven zijn bij de dienst DIV en over een aangepaste kentekenplaat (10 op 12 cm) beschikken.
  • Een speed pedelec mag je pas besturen vanaf 16 jaar.

Helm verplicht?
Het dragen van een fietshelm is niet verplicht voor de elektrische en gemotoriseerde fiets, maar wordt toch sterk aanbevolen. Wanneer je met een speed pedelec rijdt, is het dragen van een gehomologeerde helm wel verplicht. Dat mag een fietshelm of bromfietshelm zijn die voldoet aan de norm EN1078, maar de helm moet ook wel de slapen en het achterhoofd beschermen.

Moet ik mijn elektrische fiets verzekeren?
Als jouw fiets een snelheid van meer dan 25 km/u kan halen zonder zelf te trappen, is het nodig om een speciale verzekering (burgerlijke aansprakelijkheid) af te sluiten. Voor alle fietsers blijft het sowieso aangeraden om een familiale verzekering te nemen. Neem hiervoor best even contact op met je verzekeringsmaatschappij om zeker te zijn dat bovenstaande elektrische fietsen opgenomen zijn in jouw verzekeringsplan. Dit is bij wet verplicht voor de verzekeraar. Vooral voor speed pedelecs lijken niet alle verzekeringen deze te dekken. Informeer je dus goed.

Wat is een certificaat van overeenstemming?
Het certificaat van overeenstemming, kortweg COC, is een document dat waarborgt dat het voertuig met de Europese technische voorschriften overeenstemt. Een COC is verplicht voor gemotoriseerde fietsen en speed pedelecs. Vraag er dus zeker naar bij aankoop van je fiets. Indien je niet over een Europese goedkeuring beschikt, neemt je best de nodige stappen om een individuele goedkeuring te bekomen bij één van de Gewesten. Want een voertuig zonder goedkeuring mag niet in het verkeer worden gebracht.
Interessant weetje: je moet het certificaat niet op zak hebben wanneer je je verplaatst met de fiets. Maar deel A van het kentekenbewijs wel, alsook je rijbewijs.

Waar mag ik rijden?
Voor de bestuurders van fietsen met een elektrische hulpmotor en gemotoriseerde fietsen zijn de regels voor het rijwiel van toepassing. Zij begeven zich dus steeds op het fietspad, aangeduid door het bord D7, D9, D10, of door wegmarkeringen.

De speed pedelec daarentegen valt onder de regels voor de bromfietsen klasse speed pedelec. Dit houdt in dat je:

  • op wegen met een max. toegelaten snelheid van 50 km/u vrij kan kiezen om op de rijbaan of op het fietspad, aangeduid door het verkeersbord D7, D9 of door wegmarkeringen, te rijden.
  • op wegen met een max. toegelaten snelheid van meer dan 50 km/u op het fietspad moet rijden wanneer dit is aangeduid door het verkeersbord D7, D9 of door wegmarkeringen. Indien het fietspad aangeduid wordt met D10 of een fietspad ontbreekt, mag je met de speed pedelec op de rijbaan rijden.

Speed pedelecs zijn echter niet toegelaten op:

  • fietspaden, aangeduid met het borden D10. In dat geval dient men met de speed pedelec op de rijbaan te rijden.

Een specifiek verkeersbord met het symbool van een bromfiets of een bromfiets met de letter ‘P’ is van toepassing op de bestuurders van speed pedelecs. Echter, door het plaatsen van speciale onderborden (M13, M14, M15, M16) kan de plaatselijke situatie steeds aangepast worden waardoor speed pedelecs verplicht of net geweerd worden van het fietspad, in tegenrichting worden toegelaten in éénrichtingsstraten en worden toegelaten tot voorbehouden wegen.

                                                                                            

Wat met de snelheid?
Hoewel je met een speed pedelec 45 km/u kan rijden, spreekt het voor zich dat je je steeds aan de geldende snelheidsbeperkingen dient te houden. Dit wil zeggen dat je ook met een speed pedelec in zones 30 en in fietsstraten max. 30 km/u mag rijden.

Speed pedelecs en rijwielen worden gelijkgesteld aan fietsers voor de in fietsstraten geldende regels. Speed pedelecs mogen met twee naast elkaar rijden op de rijbaan. Je mag op de speed pedelec kinderen vervoeren tussen 3-8 jaar mits goedgekeurde veiligheidsvoorzieningen.


Indien je nog vragen zou hebben m.b.t. de regelgeving rond e-bikes, dan kan je een van onderstaande bronnen raadplegen:
Touring magazine #239, FOD Mobiliteit en Vervoer, wegcode.be, fietsersbond.be; SpeedpedelecVlaanderen