Bel 101 voor dringende politiehulp | Politie nodig, niet dringend? Bel 011 27 95 79

dringend 101
niet dringend 011 27 95 79

Verkeer

BERINGEN, Heerbaan (02/03/2021)


Situatie 5: Beringen, Heerbaan (02/03/2021)

Hoe zit dat?

''Sinds een paar maanden geldt er op de Heerbaan in Stal vanaf huisnummer 269/271 tot de Kerstmisstraat een ZONE 50. Er hangt op de Heerbaan ter hoogte van de huisnummers 269/271 een verkeersbord ZONE 50. Deze plaat word echter geregeld aan het zicht onttrokken omdat er een wagen voor geparkeerd staat. Mensen uit de buurt weten ondertussen wel dat er een zone 50 is (hoop ik) maar stel je voor dat je voor het eerst die baan doet en een beetje verder geflitst wordt omdat je het verkeersbord niet gezien hebt. Als ik met niet vergis moet je minstens 20m van een verkeersbord parkeren als je voertuig hoger is dan 165cm?' 


    

 

Zo zit dat!

Het is VERBODEN te parkeren op minder dan 20 meter voor een verkeersbord!

Je mag er wel parkeren indien:
1. Je voertuig niet hoger is dan 1,65 meter (lading inbegrepen),
ÉN
2. De onderkant van het verkeersbord zich ten minste op 2 meter hoogte boven de rijbaan bevindt.

Bovendien dient elk stilstaand of geparkeerd voertuig opgesteld te worden:

1° Rechts ten opzichte van zijn rijrichting;

Indien het een rijbaan is met éénrichtingsverkeer, mag het evenwel langs de ene of langs de andere kant opgesteld worden.

 Buiten de rijbaan op de gelijkgrondse berm of, buiten de bebouwde kommen, op eender welke berm.

Indien het een berm betreft die de voetgangers moeten volgen, moet langs de buitenkant van de openbare weg een begaanbare strook van ten minste 1,50 meter breed vrijgelaten worden.

Indien de berm niet breed genoeg is, moet het voertuig gedeeltelijk op de berm en gedeeltelijk op de rijbaan opgesteld worden.

Indien er geen bruikbare berm is, moet het voertuig op de rijbaan opgesteld worden.

Wist je dat?

Het verboden is een voertuig te laten stilstaan of te laten parkeren op elke plaats waar het duidelijk een gevaar zou kunnen betekenen voor de andere weggebruikers of waar het hun onnodig zou kunnen hinderen, inzonderheid:

  • op trottoirs en, binnen de bebouwde kommen, op verhoogde bermen, behoudens plaatselijke reglementering;
  • op fietspaden en op minder dan 5 meter van de plaats waar de fietsers en bestuurders van tweewielige bromfietsen verplicht zijn het fietspad te verlaten om op de rijbaan te rijden of de rijbaan te verlaten om op het fietspad te rijden;
  • op overwegen;
  • op de oversteekplaatsen voor voetgangers, op de oversteekplaatsen voor fietsers en bestuurders van tweewielge bromfietsen op op de rijbaan op minder dan 5 meter voor deze oversteekplaatsen;
  • op de rijbaan in de onderbruggingen, in de tunnels en behoudens plaatselijke reglementering onder de bruggen;
  • op de rijbaan nabij de top van een helling en in een bocht wanneer de zichtbaarheid onvoldoende is;
  • in de nabijheid van kruispunten, op minder dan 5 meter van de verlenging van de naastbijgelegen rand van de dwarsrijbaan, behoudens plaatselijke regelementering;
  • op minder dan 20 meter voor de verkeerslichten buiten de kruispunten;
  • op minder dan 20 meter voor de verkeersborden.

Deze 2 laatste bepalingen gelden NIET voor voertuigen waarvan de hoogte, lading inbegrepen, niet meer dan 1,65 meter bedraagt, wanneer de onderkant van die verkeersborden of lichten zich ten minste 2 meter boven de rijbaan bevindt.